Vierde zondag van Pasen : psalm 23

 Dat de psalm met de overbekende aanhef “ De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort” kan dienen als vrome reactie op de lezing uit Handelingen 2,14a.36-41 is misschien niet onmiddellijk evident. Maar het uitgangspunt is het woord van Petrus: “Voor heel het huis van Israël moet onomstotelijk vaststaan, dat God die Jezus die gij gekruisigd hebt, tot Heer en Christus heeft gemaakt”.  Jezus is de Heer ! En deze Heer is mijn herder. De woorden “Hij brengt mij aan water waar ik kan rusten “ houden dan ineens een verwijzing in naar de doop, waartoe Petrus zijn toehoorders oproept. Naar de gave van de Heilige Geest, die Petrus bij wijze van belofte in het vooruitzicht stelt, verwijzen bij deze herinterpretatie van de psalm de woorden: “met olie zalft Gij mijn hoofd” en wanneer er in de psalm sprake is van donkere kloven waardoor de weg van een mens voert dan is er een thematisch verband met de slotvermaning in de toespraak van Petrus: “Redt u uit dit ontaarde geslacht”.