16de zondag door het jaar: psalm 15

Psalm 15 is een korte psalm van 5 verzen. Vers 1 is niet verwerkt in de drie strofen van elk 4 regels, maar dient – althans ten dele – als opschrift (of als refrein dat in een bepaalde uitvoering van het bidden/zingen na elke strofe terugkeert) : “Heer, wie mag te gast zijn in uw tent?” (vers 1a). Vers 1b luidt: “Wie mag op uw heilige berg verblijven?”.  

De oorsprong van de psalm is te zoeken in de tempelliturgie van Jeruzalem waarbij de vraag gesteld wordt door de juist gearriveerde pelgrim. Opvallend nu is dat het antwoord gezocht wordt niet in rituele reinheid, maar in het juiste morele gedrag.

Eerst wordt de vereiste levenswijze algemeen gekarakteriseerd: “Wie rechtvaardig is en eerbaar leeft, in zijn hart geen boze plannen koestert”(vers 2, de opening van strofe 1). Ook in strofe 2 vinden we een eerder algemene karakteristiek, waarbij de aandacht uitgaat naar de vereiste sociaal-religieuze positie temidden van tijdgenoten: “ Wie de boosdoener veracht. Maar de dienaars van de Heer in ere houdt;” (4 a+ b, 2de en 3de regel van deze strofe). Ook in de derde strofe wordt in het algemeen iets opgemerkt over de juiste levenswijze, het betreft ( niet een woord van toegelaten worden in de tempel maar) het uiteindelijke levensperspectief: “Wie zich zo gedraagt zal niet wankelen in eeuwigheid”(5c).

In de resterende regels kan men een tweevoudige opsomming van telkens 3 concrete gedragingen lezen, waarbij de eerste reeks het onmiddellijke onderlinge sociale gedrag van mensen betreft en de tweede reeks eerder een juiste handelswijze in de wereld van economie en rechtspraak 

1  geen bedrog pleegt met zijn tong
2  wie zijn evenmens geen schade doet.
3  wie zijn buren niet te schande zet;

1        wie beloften in zijn eigen nadeel toch volbrengt.
2        Wie zijn bezit niet uitleent tegen woeker
3        Als getuige niet omkoopbaar is.

Gaat het in de psalm om de gastvrijheid in de tent van de Heer, in de eerste lezing gaat het om de gastvrijheid die Abraham bij de ingang van zijn tent verleent aan een driemanschap dat hij daar plotseling voor zich ziet staan.  Het verbindend thema tussen lezing en psalm is de samenhang die er bestaat tussen rechtvaardig gedrag en nabijheid van God.