…over de kerk

Op zondag 2 juni 2013 vierden wij het 100-jarig bestaan van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Vlissingen. Hoofdcelebrant was Mgr. Drs. H.C.M. Lommers, kanselier van het bisdom Breda. Hieronder wordt zijn preek volledig weergegeven: 

Broeders en zusters, 

Vandaag is het feest. Honderd jaar geleden werd deze kerk plechtig ingewijd. Door mgr. Callier, de bisschop van Haarlem, zelf afkomstig uit Vlissingen. 

De kerk is toegewijd aan Onze Lieve Vrouw. Zo zeggen wij dat: Onze Lieve Vrouw voor Maria, en Onze Lieve Heer voor Jezus. Het zijn koosnamen en geven aan hoe nabij God is en hoe vertrouwelijk wij met Hem mogen omgaan. Dat vertrouwelijk omgaan met God hebben wij van Jezus zelf geleerd die immers God, zijn Vader en onze Vader, Abba noemde, pappa. 

De kerk werd in 1913 geconsacreerd. Kort gezegd komt die plechtigheid erop neer, dat muren en altaar met water worden besprenkeld en met H. Chrisma worden gezalfd, om te kunnen worden huis van God waar God bij de mensen woont. Zoals wijzelf zijn gedoopt en gevormd om ons te maken tot tempel van de H. Geest. 

Een nieuwe kerk. Ze was nodig. Vlissingen in 1913 groeide snel. Er werden nieuwe straten aangelegd en nieuwe huizen gebouwd. Eerst was de kerk nog een bijkerk van de parochie; later is ze parochiekerk geworden. 

Zo ging dat in die tijd en in de jaren daarna. Waar de mensen gingen wonen daar bouwde men een kerk. God woonde “par-oikia” bij de huizen, tussen de mensen in. Dat was het klassieke model van parochie en pastoraat. Dáár gaan waar de mensen wonen. Onder druk van de tijdsomstandigheden heeft de kerk dit model inmiddels bijgesteld. Er is schaalvergroting en het aantal kerken vermindert. De mobiliteit van de mensen is groter geworden en de kanalen waarlangs communicatie verloopt zijn aanzienlijk uitgebreid. 

Soms vragen wij ons af: hoe zal de kerk van de toekomst eruit zien. In snel tempo verandert er immers zo veel. Het lijkt wel alsof het allemaal minder wordt: minder gelovigen, minder kerken, minder parochiebijdrage, minder priesters. Zal er in de toekomst nog wel een kerk zijn? En is de kerk nog wel nodig? De mensen vinden immers hun weg wel, zo lijkt het. 

Vooropgesteld dit: de kerk is geen doel op zich. De kerk is gesticht om de vrede van God onder de mensen tot stand te brengen, althans daaraan mee te werken. Maar als die absolute vrede gekomen is, het Godsrijk zoals we dat noemen, dan vervalt het doel van de kerk en wordt de kerk overbodig. Maar, en dat weten we maar al te goed, zo ver is het nog lang niet. De kerk heeft reden van bestaan. 

We kunnen constateren, dat de kerk als organisatie kleiner wordt, tenminste in onze gewesten – ook weer niet overal ter wereld. De kerk wordt kleiner, omdat het aantal gelovigen afneemt, maar het wezen van de kerk verandert niet. En in wezen is zij gemeenschap van gelovigen. Wat het meeste tot haar wezen behoort is het geloof van mensen. Er kan geen kerk bestaan zonder geloof, geloof in God wel te verstaan. 

Daarom zal de kerk altijd blijven bestaan, hier of daar, hier minder en daar weer meer, omdat God mensen tot geloof roept en hen oproept om samen te komen en samen het geloof te belijden en te vieren. 

Het gaat dus eerst en vooral om geloof. Wat is dan precies het geloof, of liever: geloven in christelijke zin wat houdt dat in? Het zijn twee dingen: weten dat God bestaat en jezelf als mens aan Hem toevertrouwen. Helemaal. Je leven in zijn handen leggen. Erop vertrouwen, dat Hij het beste met je voorheeft en je helpen zal, omdat je als mens nu eenmaal een zwak en sterfelijk wezen bent.

En dan zien we, dat juist dat laatste voor de moderne mens niet zo eenvoudig is. Want de mensen van nu, als zij al aannemen dat God bestaat, zijn niet zo gemakkelijk bereid de zeggenschap over eigen leven uit handen te geven. “Ik geef zelf vorm aan mijn leven en niemand hoeft mij te zeggen hoe ik dat moet doen”, dat is de gangbare levenshouding.

Toen het christendom begon, lang geleden, in het grote Romeinse Rijk, ging er van het evangelie grote wervingskracht uit. In die grote smeltkroes van cultussen en religieuze opvattingen kwam de leer van Christus bovendrijven en is tot de grote bovenstroom in de europese geschiedenis uitgegroeid. Waarom? Twee redenen. Omdat de mens God kan ontmoeten als een mensgeworden God in Jezus, én omdat men God kan dienen door het beoefenen van de caritas in allerlei werken van naastenliefde. Stel je voor ! Een mensgeworden God, die het leven van de mens niet bepaalt van bovenaf, maar door naast de mens te gaan staan. En dan, stel je voor, Hem niet hoeven dienen door het brengen van allerlei zinloze offers, maar door het beoefenen van de caritas. Zie daar de unieke identiteit en de unieke waarde van het christelijk geloof en de christelijke gemeenschappen, de kerken. 

Broeders en zusters, de kerk blijft bestaan, omdat het geloof blijft bestaan. In iedere tijd roept God de mens door zijn woord, in de kracht van de geest. In iedere tijd zullen mensen Zijn woord verstaan en ernaar leven. 

Ook onze tijd is een tijd van duizend verschillende opvattingen en meningen over de zin van het bestaan. De unieke waarde van het christendom en van de kerk zal blijken, áls de kerk blijven zal een gemeenschap van gelovigen die samenkomen om God te ontmoeten en áls de gelovigen zullen volharden in de caritas, het beoefenen van de werken van naastenliefde. 

Vandaag is het feest. Van harte wens ik u geluk toe met 100 jaar Onze Lieve Vrouwe kerk in Vlissingen. Moge dit geheiligde gebouw de plaats zijn waar God en mens vertrouwelijk met elkaar omgaan. De huiskamer van de parochie waar God spreekt en wij luisteren, waar wij spreken en God luistert. Laten wij ons geloof bewaren en laten wij ons geloof als een kostbare schat doorgeven aan iedere mens die de goede boodschap horen wil.  Amen.