4de Zondag van de Advent: psalm 80

Uit psalm 80 (een collectieve smeekpsalm van 20 verzen) is een tussenzang gevormd van 3 strofen, elk 4 regels. Dit brengt uiteraard een ingreep met zich mee die zich in dit geval goed houdt aan de onderverdeling die men in de bijbeltekst kan aan brengen. Er wordt in deze tussenzang geciteerd uit de aanvang (een roep om hulp in vers 2-4) en uit het slot (smeekbeden in 15-20, met in vers 19 tussendoor een belofte van aanhankelijkheid).

Strofe 1 omvat 2a+c en 3b

Herder van Israël, hoor ons aan,
Die troont op de Kerubs, verschijn met luister;
Werp uw macht in de strijd,
Kom om ons bij te staan.

In vers 2b en 3a, die weggelaten zijn, worden namen genoemd van afzonderlijke nakomelingen van Israël/Jacob: de zonen Jozef en Benjamin, de kleinzonen Efraim en Manassa (zonen van Jozef). In de bijbeltekst ligt hierin een verwijzing opgesloten naar concrete historische omstandigheden uit de achtste eeuw voor Chr., maar de tussenzang gaat hieraan dus voorbij. In welke omstandigheden ook: de Heer wordt dringend opgeroepen voor zijn volk op te komen.

En met deze bede reageren we op het profetenwoord uit Micha 5,1-4a, de eerste lezing. “Dit zegt de Heer: ‘Gij, Betlehem Efrata, het kleinste onder Juda’s geslachten, uit u zal geboren worden hij die over Israël moet heersen”. Deze herder zal Israel hoeden door de kracht van de Heer en daarmee zal gehoor gegeven worden aan de smeekbede van strofe 2: “God van de heerscharen, keer toch terug..”. In deze strofe wisselt het beeld: nu blijkt de Heer behalve als herder ook als wijngaardenier te worden aangesproken.

In de derde strofe wisselt het beeld nogmaals. Regel 1-2: “laat uw hand rusten op het kind dat Gij hebt grootgebracht”. De Heer is ook als een vader/moeder. Het kind belooft de Heer niet meer in de steek te laten. Regel 3-4 van strofe 3: “Nooit meer zullen wij U verlaten; bewaart Gij ons leven, dan prijzen wij U.”

En dan herinneren we ons het slot van de lezing uit Micha: “In veiligheid zullen zij wonen, omdat zijn macht zal reiken tot aan de uiteinden der aarde. Hij zal een man van vrede zijn”.