6de zondag door het jaar: psalm 1

Psalm 1,  waarin de rechtvaardige mens gelukkig wordt geprezen, is de openingspsalm van het boek der psalmen. Het is een korte psalm van slechts 6 verzen. Over de wijze waarop de bijbeltekst verwerkt is in de liturgische antwoordpsalm kan het volgende worden opgemerkt.

Vers 5, waarin het gaat over de positie van de zondaars temidden van de gemeenschap der rechtvaardigen, is niet opgenomen. Vers 5 is een nadere uitwerking van vers 4 , waarin de zondaars ongelukkig worden genoemd, en kon daarom wel weggelaten worden.

De antwoordpsalm telt zoals vaak het geval is 3 strofen.

strofe 1 (4 regels): vers 1 
strofe 2  ( niet 4 regels, maar 6): vers 2-3
strofe 3 (4 regels): vers 4 en 6.

Een opvallend detail is te vinden in strofe 2 regel 5 : “des zomers verdorren zijn bladeren niet”. In de grondtekst staat: “nooit zullen zijn bladerenverdorren”.  De voorspoed die aan een rechtvaardigde, juist omwille van zijn levenswijze, in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt in psalm 1 op poetische wijze onder woorden gebracht met behulp van een metafoor ontleend aan de natuur en haar vruchtbaarheid. De rechtvaardige is als een boom…. (de goddeloze als kaf in de wind…). Deze metafoor kennen we al uit de eerste lezing uit de profeet Jeremia 17,5-8 en wordt daar (op enigszins andere en ook meer uitgewerkte wijze) gebruikt om te spreken over het verschil tussen de mens die op mensen vertrouwt en de mens die op de Heer vertrouwt. De laatsteis  “als een boom…Hij heeft geen last van de hitte, zijn blad blijft groen”. Door in de antwoordpsalm concreet de zomer te vermelden worden we directer aan de Jeremialezing herinnerd.