…over het geloof van ons doopsel

Preek door pastoor Paul de Maat op de zondag DOOP VAN DE HEER

11 januari 2015 te Middelburg – op de vooravond van de actie Kerkbalans.

De ware identiteit van het kind van Maria. Daarover gaan de bijbelse getuigenissen die in december-januari in onze kerkelijke kalender staan. Het kind in de kribbe is een redder die vrede brengt op aarde. Het kind is de christus die geboren moest worden. Een koningskind voor alle volken. Volwassen geworden staat Jezus op het punt zich in het openbaar te midden van tijdgenoten te manifesteren en staat hij daar samen met anderen in de rij te wachten om door Johannes gedoopt te worden. En komende zondag vernemen we dat Johannes hem in het voorbijgaan aanduidt met de woorden: zie het Lam Gods.

Maar deze morgen dus: zijn doop in de Jordaan. Hoe hij zich bewust wordt van zijn eigen identiteit: wanneer hij onmiddellijk opstijgt uit het water, want zonden belijden is voor hem niet ter zake. En hoe hij op datzelfde moment zich persoonlijk  aangesproken weet: gij zijt mijn zoon, mijn veelgeliefde. En zo zelf zijn ware identiteit beseft.

Wij vieren vandaag het feest van de Doop van de Heer. Een feest dat in de kerk van het Midden-Oosten vanouds de allure heeft van ons kerstfeest. Tegelijk start dezer dagen de actie Kerkbalans: dit jaar:18-31 januari, waarbij aandacht wordt gevraagd voor de financiën van de parochie en ons aller bijdrage daarvoor.

Hebben die twee punten met elkaar te maken ?  De doop van de Heer en de actie kerkbalans. Zeer zeker. Want ons wordt de vraag gesteld: gaan wij met de Heer mee, nu Hij in het openbare leven te midden van zijn tijdgenoten laat zien wie hij werkelijk is.

Kunnen wij hem daarin volgen door ons eigen doopsel serieus nemen te midden van onze tijdgenoten. Serieus nemen van je eigen doopsel betekent de kerk serieus nemen waar je voortaan thuis bent te midden van vele broeders en zusters, wereldwijd. Thuis met al je lief en leed, thuis met je verlangen naar  levensvreugde, naar stilte en gebed in vertrouwen. Ja, je kerk en je  parochie  rondom je kerk, daar geef je voor, die kerk mag voor jou wel blijven, die hou je toch in balans..

Gelukkig wordt de kerk door velen van waarde geacht: kerkgebouw en kerkgemeenschap.

Een kerkgebouw is voor de meeste bezoekers van waarde om er samen de eucharistie te vieren en te luisteren naar Gods woord en de wijsheid daarvan te leren beseffen. Of een kerkgebouw is ook van waarde om er zo maar eens binnen te lopen voor een kaarsje en een moment van stil gebed.

Maar kerkgemeenschap zijn betekent meer dan  “naar de kerk gaan”. Solidariteit, verbondenheid, zorg en aandacht voor mensen. Elkaar vasthouden in blijdschap en verdriet. De kerkgemeenschap vangt je op als je het moeilijk hebt, ondersteunt  je bij lichamelijk ongemak en ziekte. Ook voor onze ruim 500 vrijwilligers is de parochie als gemeenschap van grote waarde. Zij geven er voor ook met hun tijd en hun talenten.

Ondanks de verkeerde dingen die zich in de kerkgemeenschap  voor doen, en daar willen we onze ogen niet voor sluiten, ondanks dat, willen de meeste mensen toch hun kerk trouw blijven, want ze kennen en erkennen al dat andere, nl. het goede dat met de kerk gegeven is.

Gelukkig vindt de kerk ondersteuning bij velen, maar tegelijk is het zo: dat gaat steeds minder vanzelfsprekend. Het is steeds meer de bewuste keuze van mensen, waar die steun afhankelijk van is. Zonder die bewuste keuze gebeurt die ondersteuning niet, ook niet de financiële natuurlijk en kan het kerkelijk leven maar moeilijk van de grond komen: dan is er geen plek of om den duur geen plek meer om samen te komen, geen mensen die er, vrijgesteld, dag in dag uit voor in de weer kunnen zijn.

Kerken genereren geen geld, maar zij generen als het goed is geloof hoop en liefde. En de waarde van geloof, hoop en liefde is ten diepste onbetaalbaar. Maar kerkgebouw en kerkgemeenschap zijn en blijven noodzakelijk om liturgie, catechese en diaconie in samenhang een vaste basis te geven.

Dingen van blijvende waarde zijn zeldzaam. Maar ze bestaan, en de kerk is er een van. De plaats waar je samenkomt om God te ontmoeten en een gemeenschap te vormen, zoals vele generaties voor ons. Waar het niet gaat om wat je bezit of presteert, maar om wie je bent. Een plaats waar iedereen welkom is.

Kerken ontvangen geen subsidie van de overheid. En parochies ontvangen geen geld van de paus of van de bisschop. De kerkbijdrage van ieder van ons gaat ook niet naar een gezamenlijke pot van de actie Kerkbalans Nederland. Elke parochie  afzonderlijk, elke protestante kerkgemeente moet zien rond te komen van de bijdrage die ter plaatse wordt ontvangen.

Een parochie is eigenlijk een verzameling vreemdelingen, mensen die op elkaar zijn aangewezen , terwijl ze onderweg zijn naar hun eigenlijke vaderland in de hemel. Onderweg willen zij elkaar vasthouden en de pelgrimstocht mogelijk maken ter wille van elkaar en ter wille van de samenleving waar zij doorheen trekken. De Geest van God identificeert Jezus als zijn veelgeliefde Zoon. Het is de hoogst persoonlijke ervaring van Jezus zelf: hij is het die de Geest van God over zich weet gekomen , hij hoort die stem.  Maar in Hem, de geliefde zoon, zijn ook wij kinderen van God geworden. Wij zijn geworden tot een volk van pelgrims. De geest van God heeft ons in beweging gezet om te gaan lopen op een levensweg, die verder reikt dan ons dagelijks leven. En tegelijk gaat het juist om dat leven  van elke dag. De eindbestemming van onze pelgrimstocht kleurt ons dagelijks leven helemaal .

Het is omdat we die pelgrims zijn, dat wij proberen voortaan te leven als rechtvaardige mensen, mensen die b.v. liever niet naar  geweld willen grijpen om dingen gedaan te krijgen. Overleg en gesprek dat is de manier waarop mensen met elkaar om dienen te gaan, vinden wij. Dat wij iets mogen hebben van die dienaar in de eerste lezing: hij roept niet, hij schreeuwt niet en op straat verheft hij zijn stem niet. Het geknakte riet zal hij niet breken. In waarheid zal hij de gerechtigheid laten stralen. Wij pelgrims zijn ook mensen, die zich laten raken door anderen wanneer die hulp nodig hebben. Zulke gevoelige mensen zouden wij in elk geval toch graag willen proberen zijn. Mensen van caritas. In het besef, dat uit welk volk ook afkomstig, ieder die God respecteert en het goede doet, God ook welgevallig is. Naar het woord van de apostel Petrus in het huis van Cornelius (tweede lezing van deze zondag)

Om dat volk van pelgrims te kunnen zijn om samen die parochie te zijn. Daar gaat het om. Dat staat op het spel. Maar pelgrims kunnen niet zonder onderkomen, niet zonder onderhoud van hun geestelijk leven, niet zonder liturgie, niet zonder de bediening van sacramenten, niet zonder geloofsonderricht.

De Actie Kerkbalans is daarom zo belangrijk. Je kerk, daar geef je toch om. Je kerk , die wil je in balans houden. Met inkomsten die noodzakelijke uitgaven kunnen dekken.  Het onderhoud van het parochiecentrum (pastorie) en kerkgebouw, energielasten, de kosten voor pastores en het pastorale werk (secretariaat, werkgroepen, koren, afdracht aan het bisdom) alles wordt duurder en gaat omhoog. Maar met elkaar kunnen we het redden. Want het is met elkaar ter wille van elkaar.

Kortom.  Je kerk, die hou je toch in balans. Je eigen doopsel wil je toch niet vergeten.

Amen